De wieg van de Coyote
Bij de heroprichting van het 44e Pantserinfanteriebataljon op 1 juli 1999 is de Bravo-compagnie (Bcie) voortgekomen uit de Charlie “Pluto” compagnie van 17 Painfbat uit Oirschot.

Kort na de heroprichting van het bataljon werd de Bcie uitgezonden naar Bosnië Herzegovina. Zij maakte in de periode van 10-2000 t/m 05-2001 deel uit van SFOR-9. Tijdens deze missie is gezocht naar een mascotte. Deze werd gevonden in de coyote (Wile E. Coyote) uit de tekenfilms van Roadrunner. Hij staat bekend om zijn improvisatievermogen en onuitputtelijke inzet en doorzettingsvermogen. Verder zijn flexibiliteit en gevechtsbereidheid belangrijke eigenschappen voor de coyote.

De uitmonstering van de coyote, waaronder het zwaard en schild, geeft meer inhoud aan de identiteit van de compagnie. In het embleem zie je ook de gevechtsbereidheid van onze eenheid terugkomen.

De Bcie bestaat uit ongeveer 150 coyotes, waarbij het belangrijk is dat allen gelijk zijn. De coyotes zijn berucht vanwege hun ‘prooien’, die over het algemeen in het compagniesgebouw en in het Coyotehol zijn terug te vinden.

Coyote Tours of Duty:
De coyotes hebben deelgenomen aan de volgende missies;
SFOR 9: 10-2000 t/m 05-2001;
SFOR 12: 05-2002 t/m 11-2002;
ISAF, Battlegroup 1: 08-2006 t/m 11-2006;
PMT-1 (Kunduz): 2011

Naast de hierboven vermelde missies heeft de compagnie in 2009 bekendheid verworven door als eerste eenheid binnen de Landmacht te worden uitgerust met de CV90 Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) en het Battlefield Management Systeem (BMS).